Raad van State vernietigt vergunningen bouw windturbines Goyerbrug

De Raad van State heeft op 28 juli 2021 de vergunningen voor de bouw van windturbines bij Goyerbrug in de gemeente Houten vernietigd (uitspraak 202004395/1/R4 en 202004449/1/R4. Dit betekent dat er geen toestemming is om deze windturbines te bouwen. De landelijke windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling mogen als gevolg van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 30 juni 2021 niet meer worden gebruikt. Deze zijn in strijd met het Unierecht.

Die strijd is met name te vinden in het SMB-vereiste (2001/42/EG). Die richtlijn zegt dat vergunningen pas dan mogen worden verstrekt wanneer vooraf de aanzienlijke milieugevolgen van een plan of programma planMER zijn getoetst. Die bepalingen zien materieel vooral op integrale bescherming of verbetering van de menselijke gezondheid en het milieu. Er mag geen sprake zijn van verslechtering.

Die bescherming is zodanig fundamenteel van aard dat deze onder andere ook is opgenomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2000/C 364/01) en in het Verdrag van Lissabon. Voortdurende schending van die waarborging kwalificeert als onrechtmatig en vormt een evidente ontoelaatbare belemmering van de effectieve,  integrale en nuttige doorwerking van die beschermingsbepalingen, omdat dergelijke nationale procedureregels de uitoefening van het Unierecht onmogelijk of uiterst moeilijk maken. Er kan dan ook geen beroep worden gedaan op de leer van de formele rechtskracht om te ontkomen aan die dwingendrechtelijke gevolgen van het Unierecht.

Ook individuele burgers kunnen zich rechtstreeks in en buiten rechte tegen overheid, initiatiefnemers en exploitanten beroepen op het Handvest en op het Verdrag, zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk. Die bescherming beperkt zich niet tot windturbineparken (3 turbines of meer), maar geldt ook in gevallen waarbij 1 of 2 turbines in het geding zijn.

De realisatie en exploitatie van windturbineprojecten valt sinds 1 juli 2021 onder het bereik van Regionale Energiestrategieën (RES). Er moeten in dat kader hier te lande nog ruim 3.000 windturbines worden gerealiseerd. Die RES is – net als het Klimaatakkoord van 28 juni 2019 en de internationale klimaatafspraken van Parijs uit 2015 – een plan of programma met aanzienlijke milieugevolgen. Die zijn echter ook niet conform de SMB-richtlijn vooraf plan-MER getoetst. Dat betekent dat deelplannen en uitvoering daarvan eveneens in strijd zijn met de SMB-richtlijn en onverbindend, althans buiten toepassing dienen te blijven en niet mogen worden uitgevoerd. Er is anders met dit ‘opknippen‘ of ‘saucissoneren‘ sprake van ontwijkingsstrategieën om aan integrale milieubeoordeling te ontkomen. Dat nu is uitdrukkelijk in strijd met het Unierecht. De door de Afdeling geboden herstelmogelijkheid via de bestuurlijke lus in de zaak Delfzijl staat op meer dan gespannen voet daarmee.

De rechtsoverwegingen 83 en 84 van het Nevele-arrest maken ook genoegzaam duidelijk dat overheden en rechters verplicht zijn de onwettige gevolgen van de onderhavige schendingen ongedaan te maken. Daar is dus geen enkele ruimte om die onrechtmatige gevolgen in stand te laten. Bovendien blijkt uit rechtsoverweging 89 van het Nevele-arrest dat die nietigverklaring ook moet worden uitgesproken indien blijkt dat de uitvoering van het windturbineparkproject al is gestart of zelfs al is afgerond. Dat betekent dat ook bestaande parken rechtstreeks door het Nevele-arrest worden geraakt en dat ook tegen die vergunningen met succes opgekomen moet kunnen worden.

Uiteraard valt sterk te betreuren dat de Afdeling de andere beroepsgronden, zoals onder andere op het punt van het Verdrag van Aarhus, schaarse vergunningen, geluid, slagschaduw, gezondheid, buiten behandeling heeft gelaten. Deskundigen Jan de Laat en Louw Feenstra hebben ter zitting van 15 juni 2021 aangetoond dat er wel degelijk verband is tussen windturbines en mogelijke gezondheidsschade. Die discussie blijft nu onbehandeld.

Windturbines zijn pas dan duurzaam als deze geen schade toebrengen aan de gezondheid van de mens en diens leefomgeving. Nederland zou wel eens te klein en te dichtbevolkt blijken kunnen zijn om dergelijke enorme industriële installaties echt duurzaam te kunnen realiseren en exploiteren.

Voor meer informatie: Mr Peter A. de Lange